Verkooptruuk
Aan mijn deur twee buurjongetjes van een jaar of vijf.
'Post!', zegt één olijk. De ander kijkt me breed lachend aan.
'Post? Voor mij? Van wie?'
Ik krijg een dubbelgevouwen A-viertje met Neems erop.
'Moet je maar lezen.'
Met mijn knie houd ik de deur tegen die anders hard dicht zou slaan door de tocht. Het begin van de zin is geschreven met een geel potlood, wat ik dus écht niet kan lezen. Geel op wit. Je moet ze ook alles leren!
'We komen morgen wel terug.'
'Beter.'
Floortje, en de rest is gewoon onleesbaar. In het rood staat nog: waar ga je heen door juzn en burfrar. Nou goed. Eh. Het zal dus blijkbaar wel.
Dingdong!
'Weet je nog wat ik jou gegeven heb?'
'Die brief toch?'
'Ja.'
Hij kijkt me onderzoekend aan. Zijn vriendje is er niet bij.
'Eh. Dus?'
'Krijg ik daar dan niks voor?'
Mijn blik dwaalt af naar de Euromast in het uitzicht om tijd te winnen en de kindergeest te doorgronden.
'Ah! Je wilt er iets voor?' Ik lach. De rekel. 'Maar dan moet je voortaan eigenlijk eerst vragen of ik het wel wil, he. '
Hij knikt, neemt de munten en is al weer weg. Doei!, roept hij nog.
6 Comments:
Dat wordt de volgende topman van de ABN, zakkenvullen en hard weglopen...:o)
Ik kan weer reageren!
Dus. Nou ja. Maar eh. Wat heb je nou eigenlijk van die jongens gekocht? Of is het voor jou net zo onduidelijk als voor mij?
Hé Neems,
je post niet meer!
Nu weten we het wel ja. Next!
Zeg! ze hebben je toch niet gekidnapt he?
Ik durf virtuele vrienden niet meer te bellen als ik er een tijdje niets van hoor. Slechte ervaringen mee.
Een reactie posten
<< Home